Betekenis van de naam Albertus
Albertus (of Albert) is de verlatiniseerde vorm van de Germaanse naam Adelbert. De betekenis van deze samengestelde naam is: "schitterend door adel" door samenvoeging van de woorden 'adal' = "adel, edel" en 'berth' = "schiterend".
Voornamen
Mannennamen
afgeleid van Albertus (of Adelbert):
Adelbert, Albart, Albert, Albertin (Frans), Alberto (Italiaans), Albertus, Albo, Albrecht, Berrie, Berry, Bert, Bertin, Berto, Bertus,.
Vrouwennamen
afgeleid van Albertus (of Adelbert):
Alberta, Alberte (Frans), Albertha, Albertien, Albertina, Albertine, Albertje, Berdien, Berdina, Berdine, Berta, Berte, Berten, Bertha (Duits), Berthe (Frans), Berthile, Bertida (Duits), Bertie, Bertine, Bertje, Bertrada (Duits).
Albertus de Grote (Magnus)
Albertus de Grote (ook A. Magnus of A. van Regensburg) wordt rond 1193 te Lauingen aan de Donau, (bij Ulm in Zwabenland) geboren, als oudste zoon van de Graaf van Bollstädt.
Voor zijn studies trekt hij naar de beroemde dominicaner universiteit van Padua. Daar maakt hij kennis met Jordanus van Saksen. Door diens voorbeeld treedt hij in bij de pas opgerichte bedelorde der Dominicanen. Op dat moment is hij zo'n dertig jaar oud.
Vanaf 1223 studeert hij aan de Domschool in Keulen.
Van 1243 tot 1244 studeert Albertus verder aan de theologische faculteit in Parijs, daar leert hij Thomas van Aquino kennen en geeft hem ook les.
In 1245 wordt hij magister theologie in Parijs
In 1248 wordt Albertus als eerste leider van de Studium Generale naar Keulen gestuurd, waar hij een Ordes Universiteit opricht, die later uitgroeit tot de Uiversiteit van Keulen.
Legende
In 1249 speelt zich een curieus voorval af. Op 6 januari van dat jaar, Drie-Koningendag, verblijft de Hollandse Graaf Koning Willem II in Keulen, de bedevaartplaats van de Drie Koningen bij uitstek. Hij wil graag de beroemde geleerde Albertus te zien krijgen. Er wordt in zijn klooster een ontmoeting gearrangeerd, maar opvallend genoeg laat de magister nog even op zich wachten. In de zaal heerst een snijdende winterkou. Klaarblijkelijk heeft niemand de moeite genomen om even voor de Hollandse koning de haard aan te steken. Je voelt de woede bij de aanwezigen over zo'n onbehouwen ontvangst. Maar net op het moment, dat ze tot uitbarsting dreigt te komen, treedt Albertus binnen, blootsvoets en gekleed in lichte zomerpij! Hij nodigt zijn gasten aan tafel buiten in de kloostertuin. Dat is het toppunt. Er zijn er al in het koninklijk gezelschap die de koning toefluisteren te vertrekken. Maar eenmaal in de tuin, blijkt het daar zo warm en behaaglijk, alsof het hartje zomer is. De bloemen bloeien; de vogels kwinkeleren en het fruit kun je zo van de bomen plukken. Als er al iets te klagen valt, dan is het over de hitte. De maaltijd is vorstelijk. Verbijsterd en voldaan keert het gezelschap huiswaarts. De kroniekschrijver merkt op: "Je zou eerder kunnen zeggen dat een monnik te gast was geweest aan een koninklijke tafel, dan een koning in een klooster."
Albertus wordt in 1254 te Worms gekozen tot provinciaal overste van de Dominicanen orde. In dit ambt reist hij door heel Europa. Dikwijls gaat hij te voet van klooster naar klooster om toezicht te houden op de naleving van de strenge kloosterregels.
In 1260 wordt Albertus benoemd tot bisschop van Regensburg, maar dat wordt geen succes. Hij mag dan een uitstekend leraar zijn, zijn bestuurskwaliteiten zijn veel minder. Paus Urbanus IV besluit Albertus' verzoek om ontslag als bisschop in te willigen. Wel geeft de paus hem opdracht een nieuwe kruistocht met zijn prediking te ondersteunen. Daarom predikt Albertus in Duitsland en Bohemen de kruistocht naar het Heilig Land in de jaren 1263 en 1264 .
Daarna keert hij weer terug naar zijn leerstoel in Keulen. Hij past de filosofie van Aristoteles toe op de christelijke theologie. Van hem ook is de verrassend moderne uitspraak: "Het is natuurlijk interessant te zien hoe God door zijn wonderen steeds weer zijn natuurwetten doorbreekt, maar nog interessanter is het te onderzoeken, welke vaste patronen God in zijn natuur heeft neergelegd." Hij heeft de moed niet voetstoots de bevindingen van de antieke wetenschap over te nemen, maar raadt aan ze te controleren met eigen waarnemingen. Daarmee is hij een van de grondleggers van de moderne wetenschap. Hij behoort in zijn tijd tot de weinige denkers die ervan uitgaan dat de aarde rond is.
Van 1264 - 1266 doceert hij filosofie te Würzburg en later in Straatsburg, totdat hij rond 1269 terugkeert naar het klooster in Keulen.
Albertus wordt beschouwd als een van de belangrijkste geleerden van de middeleeuwen en draagt dan de eretitel 'doctor universalis', de universele leraar, omdat er bijna geen vakgebied is waarin hij niet uitblinkt. Hij schrijft niet alleen over filosofische en theologische kwesties, maar ook over vraagstukken uit de natuurkunde, astronomie, scheikunde en aardrijkskunde. Zo weet hij te beargumenteren dat de aarde rond is. Zijn werk beslaat achtendertig delen (Parijse editie van Borgnet, 1890-1898).
Albertus sterft op 15 november 1280 in Keulen. Vanwege zijn grote academische en politieke invloed wordt hij Albertus Magnus (Latijn voor 'De Grote') genoemd.
In 1622 wordt Albertus zalig verklaard.
Hij wordt in 1931 door paus Pius XI heilig verklaard en tot kerkleraar uitgeroepen.
Gedachtenis viering
Zijn gedachtenis wordt gevierd op 5 november.
Patroonheilige
Hij wordt vereerd als patroon van natuurkundigen en van studenten in natuurwetenschappen en theologie.
Afbeelding
Klik hier
voor gratis te downladen telpatroon 32 x 24 kruisjes
Albertus de Grote wordt afgebeeld in wit dominicaner habijt met zwarte kap en mantel, maar ook als bisschop met mijter en staf; met pen of schrijfveer en boek in de hand (geleerde).
Andere attributen zijn een duif (goddelijke inspiratie), een palmtak, of een schedel (verwijzing naar ascetisch leven).
Bronzen plaquette van
Egino Weinert
(doorklikken "Namenspatronale" en letter A
Literatuur
Claes, Jo e.a. Sanctus, meer dan 500 heiligen herkennen, pag. 35 ;
Jöckle, Clemens, Heiligen van Alle Tijden, pag. 15;
Links